Bij het voorstelrondje of de tweewekelijkse pitch begint het al. Wat me opvalt is dat het bij de gemiddelde ondernemer moeite kost om met het hoofd boven het maaiveld uit te komen. Zeg maar om van een grijze muis een gekleurde muis te worden. Met name bedrijven die met hun product of dienst weinig onderscheidend vermogen hebben. Voor hen heb ik een tip, eentje die heel goed werkt bij het voorstelrondje is: vertel heel kort wat je product of dienst is en ga heel snel en kernachtig op originele wijze in op wat je voor een klant wilt beteken. Duik in de klantenreis, denk outside in en vertel hoe jouw bedrijf de reis van zijn klant laat beleven. Doe net of je een soort reisleider bent en leg uit hoe en waarom klanten jouw bedrijf onvergetelijk vinden. En hoe jullie daar vanuit je kernwaarden op aansturen en welke instrumenten je daarvoor gebruikt.
Omdat ik merk dat veel netwerkleden dit nogal lastig vinden heb ik ze een aanbod gedaan. De zogenaamde realitycheck waarmee ik een blik werp op de “IS” situatie om vervolgens op de wat “ZOU KUNNEN” situatie. Om te vervolgen met het antwoord op de vraag hoe ze met weinig moeite veel meer indruk kunnen wekken. Een soort pitchpoints toevoegen aan het lijstje die wel blijven hangen. Die pitchpoints, tussen de vijf en tien, krijgen ze mee op een geplastificeerd strookje en daar kunnen ze dan de eerstvolgende pitchbeurt een enorm verschil mee maken. Want als je dat podium krijgt mag je verhaal natuurlijk wel plakken.